Je hoeft hem echt niets over tegelwerk te vertellen. De oud-vakman herkent kwaliteit al vanaf meters afstand en wat de tegelzetter bij hem thuis heeft gedaan, is dat absoluut niet. Wijsneuzerij of ware knowhow? Het woord is aan de arbiter.
Zie je wel, hij had het gewoon zelf moeten doen. Misschien niet verstandig met een versleten rug en dito knieën, maar dan was het tegelwerk in de badkamer met aangrenzend toilet zeker weten goed geweest. Nu zijn de vloertegels verkeerd uitgemeten, liggen de wandtegels niet in wildverband, steekt op de wc een wandtegel naar buiten en is de kitnaad bij de douchewand onderaan dunner dan bovenaan. Dat de tegelzetter knoeiwerk heeft geleverd, daar is de opdrachtgever en oud-vakman van overtuigd. Woningborg niet. De dappere poging tot bemiddeling eindigt in de rechtszaal voor de Raad van Arbitrage.
Verdeling
Had de tegelspecialist in de badkamer moeten beginnen met tegelen, omdat dat de grootste ruimte is, in plaats van in de kleinere toiletruimte? Over die vraag buigt de arbiter zich eerst. Vooropgesteld: een legplan voor het tegelwerk ontbreekt. Afgesproken is dat de vloertegels in de badkamer doorlopend met de vloertegels in de wc – gescheiden door een deur – worden gelegd. Recht verlijmd en in de douchebak eenzijdig verdiept op afschot richting de draingoot. Precies zoals is uitgevoerd.
Modus operandi
De tegelzetter licht zijn aanpak graag toe. Hij plaatste vier grote, gelijk verdeelde tegels in de toiletruimte om veel snijstukken in het centrale deel van de badkamer te voorkomen. Vanwege het vereiste afschot moest hij in de doucheruimte twee extra voegen maken, waardoor extra strookjes zijn ontstaan. Toch zijn de tegels daar even groot en zit de voeg netjes in het midden. Had het anders gekund? Ja. Maar de arbiter is het met hem eens: de tegels komen op deze manier het beste tot hun recht, met een minimaal aantal voegen.
Vallende tanden
Kwestie nummer 2 waar de klant over struikelt, is het ‘muizentrapje’ in de bovenste drie rijen wandtegels van de badkamer. Dat is volgens hem geen wildverband, zoals overeengekomen. De arbiter besluit anders. Zulke ‘vallende tanden’ zijn namelijk onvermijdelijk in wildverband tegelwerk. Het mag dus, zelfs tot maximaal zes aaneengesloten rijen. Bovendien is dit punt niet bij de oplevering gemeld, terwijl het toen wel zichtbaar was.
‘Zie je wel, ik had het toch gewoon zelf moeten doen’
Oud-vakman X
Uitstekend
Dat laatste is ook het geval bij de uitstekende tegel in de onderste rij wandtegels van de toiletruimte. Alleen daarom al wordt de klacht afgewezen. Benieuwd naar hoe het zit? De tegel steekt inderdaad naar buiten, alleen minder ver dan je op het oog ziet. Strijklicht zorgt hier voor gezichtsbedrog. Het verschil valt binnen de norm van 1,5 mm.
Kitgeklieder?
Heeft de opdrachtgever wat de kitnaad op de vloer bij de douchewand betreft dan wel gelijk? Om te bewijzen dat de naad van ongelijke dikte is, zet hij de verlichting in de spiegel boven de wastafel aan. Daardoor valt de bovenste helft van de witte kitvoeg heel erg op, terwijl de onderste helft in de schaduw van het wastafelmeubel blijft. Zo lijkt het onderste deel dunner dan het bovenste deel, maar is dat niet.
Slotsom
Een hoop geklaag om niets dus; geen enkele klacht over het tegelwerk blijkt terecht. De arbiter pleit de tegelzetter vrij, de kritische oud-vakman van de wijs en met een lager banksaldo achterlatend. Daar is 7.226,73 euro aan proceskosten van afgeschreven, plus de aanvraagkosten à 405 euro.
Bewerkt naar het verslag van de Raad van Arbitrage. Geschilnummer 82.211.
Lees ook: Badkamer metamorfose.
Lees ook: Waterdichte badkamer: lever jij bewijs?